aanmelden
LD Systems DDQ 12 & DDQ SUB18
Live Sound & PA 30-12-2013
door:

POWERED SPEAKER & SUBWOOFER CABINETS

 

Vandaag krijgen we de kans om een set nieuwe speakers van LD Systems op de rooster te leggen. ‘Vriend aan huis’ LD, mag ik ondertussen wel zeggen. We mochten reeds verschillende producten van het merk aan ons testproces onderwerpen. Ik had in het verleden vrijwel altijd een enorm positieve indruk van het materiaal. In mijn ogen weet LD Systems verdomd goed wat prijs/kwaliteit precies wil zeggen. De Duitsers slagen erin om fris ogend uit de hoek te komen en om een zekere betrouwbare kwaliteit aan indrukwekkende prijzen te koppelen. Mijn persoonlijke verwachtingen voor de test van vandaag liggen eigenlijk erg hoog. Op de Prolight+Sound beurs van 2013 stelde LD hun nieuwe DDQ actieve speakerserie voor. De fabrikant stuurde ons een dubbele sub-top combinatie. Wetende dat de DDQ serie, die overigens volledig in Duitsland ontwikkeld en geassembleerd is, als nieuw vlaggenschip van het merk naar voor werd geschoven, sta ik enthousiast te popelen om erin te vliegen!

 

Algemeen

Concept
De DDQ serie is enerzijds een ‘gewone’ reeks actieve speakers. Er is keuze uit drie fullrangekasten (tweewegontwerpen met 10”, 12” of 15” woofer) en twee subwoofers: een 18”-er en een dubbel 12” geladen kast. Anderzijds wordt snel duidelijk dat de serie enkele hoogtechnologische features bevat, waardoor we dus echt niet langer kunnen stellen dat het allemaal maar ‘gewoontjes’ is. Het begint al bij de hoorn van de topkast: die heeft een ogenschijnlijk ‘ordinaire’ afstralingshoek van 80°H x 50°V, maar de verticale afstraling is niet gecentreerd volgens de horizontale aslijn van de box. De verticale kegel van 50° is namelijk asymmetrisch, in die zin dat de afstraalhoek naar onderen toe groter is dan naar boven. Het voordeel hiervan is, dat de box voldoende hoog (bv. op statief of tussenpaal) opgesteld kan worden om comfortabel over de hoofden van je publiek heen te stralen, zonder dat de mensen vooraan hierdoor buiten de stralingskegel van de tweeter zouden vallen. Wil je de topkast (liggend) als monitor gebruiken, dan kan je overigens de tweeter 90° andersom monteren, met de grootste afstraalhoek precies op de artiest vòòr de monitor gericht. De kasten bevatten uitsluitend premium componenten. Woofers zijn van Faital Pro en hoogdrivers van BMS. De klasse D Hypex versterkermodules met schakelende voeding, sturen 400W RMS uit naar de woofers en 400W RMS naar de hoogdrivers. De SUB 18 beschikt over twee Hypex modules van 700W RMS. Dat is dus 1400W RMS of 2800W peak per sub, wat toch al kan tellen… De koeling van de modules verloopt zeer stil en efficiënt. Een belangrijk onderdeel van de DDQ speakers is hun processor. Zoals dat tegenwoordig erg in de mode is, beschikken alle DDQ modellen uiteraard over een digitale processor. En wat voor een! Het betreft een Sharc processor, met limiter met look-ahead tijd van slechts één milliseconde. De slogan van de DDQ reeks luidt: ‘Quality 1 millisecond ahead’. Het is op zich wel uniek dat LD deze technologie kan aanbieden in een financieel aantrekkelijke setting. Heel eenvoudig en concreet gezegd, gaat zo’n look-ahead limiter er eigenlijk voor zorgen dat er digitaal berekend wordt wanneer het ingestuurde signaal te groot gaat worden door steeds 1 milliseconde vooruit te kijken in de tijd. De peaken worden als het ware net voor hun optreden reeds herkend. Tijdens die berekening zal het signaal uiteraard met één milliseconde worden vertraagd om dat ‘vooruit kijken’ mogelijk te maken, zodat de limiter precies daar kan ingrijpen waar het nodig is, zonder daarbij de rest van het signaal te bewerken. Heel dat proces gebeurt enorm nauwkeurig en accuraat. Door deze manier van ingrijpen, zou de klank perfect zuiver moeten blijven. Ook op hoge volumes. Niet alleen de zuiverheid telt, maar doordat we zo’n nauwkeurig signaal krijgen, kunnen we bijvoorbeeld ook het richteffect van de speakers beter gaan controleren. En ook dat heeft zo zijn voordelen.
Zo komen we bij een volgend interessant puntje: cardioïde subs! De DDQ subs beschikken namelijk over enkele processorinstellingen die gekozen kunnen worden bij een cardioïde opstelling. Wat is dat nu precies? Wel, eigenlijk is het heel eenvoudig te schetsen. Ik probeer het even op een zeer verstaanbare manier uit te leggen… We weten allemaal dat een topkast een bepaalde richtkarakteristiek heeft. Of een bepaalde openingshoek, zoals we dat wel vaker noemen. Het is dus vrij simpel om de klank vanuit een topkast te richten naar het gebied dat je wil bestrijken, of net wil mijden. Het heeft immers geen enkele zin om de energie die je uitstuurt te verspillen aan het bespelen van ruimtes waar je helemaal geen geluid (of overlast) wil of om die energie nodeloos naar reflecterende wanden te sturen die voor een extra galmbrij zullen zorgen. Om kwade buren en feedback op het podium te vermijden bijvoorbeeld. Wel nu, een subwoofer is haast per definitie een rondomstraler, waarbij we dat richteffect dus compleet missen bij een klassieke opstelling. Terwijl we eigenlijk vooral willen dat de klank vóór het podium terecht komt, en niet op en achter het podium. Dat rondomstralende karakter danken onze woofers aan het feit dat ze in vergelijking tot de golflengte van bassen (enkele meter) veel te klein zijn, en dus eigenlijk als ‘puntbron’ afstralen. En een puntbron straalt nu eenmaal sferische golven uit, die alle richtingen uitgaan. Een welgekend effect van die omnidirectionele basuitstraling is de ‘baswolk’ die dikwijls in de buurt van het podium hangt, terwijl een aantal meter verder in de zaal die basweergave duidelijk aan druk verliest. Sferische golven hebben immers een beperkt penetratievermogen. Let wel: dit is een akoestisch-fysisch verschijnsel, dat zich niets aantrekt van ronkende merknamen. Bijkomend gevolg: je PA systeem vertoont de neiging om te gaan oscilleren op bastonen die ‘blijven hangen’ als je bijvoorbeeld niet oplet met je kickdrumlevel e.d. Maar daar biedt diezelfde fysica gelukkig wel wat mogelijkheden om hier een mouw aan te passen. Klassieke oplossingen maken gebruik van bashoorns, maar het ontwerp daarvan is vrijwel steeds een compromis dat overigens dikwijls tot vrij grote kasten leidt.
De cardioïde afstraling is een andere oplossing, die bij het ‘grote publiek’ veel minder gekend is. Zij vraagt wel wat kennis en afregelwerk om met de opstelling van je subs te gaan experimenteren. Heel kort gezegd komt het er op neer dat je een setje van minstens twee subs zo opstelt, dat ze fysiek uit fase worden gebracht voor een luisteraar achter de subs, waarbij de beoogde frequenties dus gecancelled worden achter de sub. Door een slimme ingreep in de processing kan je echter ervoor zorgen dat voor een luisteraar in de zaal de uitstraling van beide subs toch weer netjes in fase loopt, waardoor die luisteraar mooi de sommatiedruk van beide subs incasseert. Dat doe je door de subs op een bepaalde afstand achter elkaar te plaatsen, of door een sub 180 graden gedraaid op een andere te plaatsen. Misschien geen alledaags zicht, maar wel een oplossing die effectief werkt. Al moet de echte truc, het meest tijdrovende en kennisvragende gedeelte, nog komen. Want door die tweede sub om te draaien of achter de eerste neer te zetten, staan de drivers niet in eenzelfde verticaal vlak en loopt het geheel natuurlijk uit fase. Stel je bijvoorbeeld voor dat we de tweede sub precies ¼ van de golflengte van de storende basfrequentie achteruit zetten, dan kunnen we in de processor van de voorste sub zorgen voor een ‘elektronische’ verschuiving van eveneens die kwart-lambda, en de luisteraars in de zaal horen schijnbaar beide subs weer netjes in fase samenwerken. Voor de luisteraar op het podium, achter de subs, heeft de voorste sub dan echter twee keer zo een vierde golflengte als fasefout ten opzichte van de achterste: een keer vanwege de opstelling, en nog een keer vanwege de processorinstelling. Zo hebben we (theoretisch) achter de speakers helemaal geen klank meer. En op die manier cancel je dus de beoogde frequenties achteraan, terwijl je vooraan gewoon verder geniet van alle andere fysische voordelen (bijvoorbeeld het mutueel koppelen van de kasten onderling) Nu blijft het natuurlijk een hele uitdaging om deze opstelling in praktijk te brengen, omdat je goed moet weten waar je mee bezig bent. De doelgroep met mensen die dit helemaal begrijpen en kunnen afregelen wordt op die manier dus zeer beperkt. Maar precies daar speelt LD Systems op in! De DDQ subs zijn immers voorzien van de nodige presets en duidelijke omschrijvingen in de handleiding, zodat je het ‘digitale correctie gedeelte’ in een wip en een zucht ingesteld hebt. Concreet wil dat zeggen dat je dus de kasten een cardioïde opstelling kan geven, en dat je enkel de juiste processorpreset dient te selecteren.
Voor de duidelijkheid wil ik nog even meegeven dat je voor een dergelijke opstelling minstens twee subs nodig hebt (die op of achter elkaar worden geplaatst). In de praktijk wordt een cardioïde opstelling dikwijls zelfs met drie kasten gemaakt. Ook hier wil ik onderstrepen dat LD zeker niet de uitvinder is van het cardioïde gebeuren. Nogmaals, het is gewoon fysica! Maar (en dat is een belangrijke “maar”) het is wel zo dat LD ervoor zorgt dat de technologie voor een veel ruimere gebruikersgroep toegankelijk wordt. In combinatie met de look-ahead peaklimiters zorgt dat voor een uiterst professionele speakerserie, die perfect uitgerust is om in het topsegment mee te draaien, maar die verrassend interessant geprijsd blijft. Daar zitten veel mensen op te wachten hoor!

Doelgroep/toepassing
Tja, de DDQ serie kan zowat overal worden ingezet… De kasten voelen zich goed thuis in een professioneel touring milieu, als FOH set. Daarnaast zullen high power DJ applicaties ook tot de core business behoren. De toppen kunnen door hun design ook als monitor (onder een hoek van 50°) op de grond worden gelegd. Verder zijn de kasten ook uitermate geschikt om delay setjes te vormen, of om als fill te worden ingeschakeld. Zoals ik eerder al zei, is de vooruitstrevende processing ook toegankelijk voor eenieder die niet de grootste kennis bezit… En dat is natuurlijk een heel interessant puntje, dat de doelgroep quasi grenzeloos maakt.

 

         

 

Bouw

Afwerking
De kasten geven een enorm solide indruk. En ze zijn ook echt wel stevig. Het eerste wat me opvalt, zijn de mooie en vooral handige handgrepen van de sub. Die kan je in twee richtingen dragen. De topkast kreeg maar één handgreep ingebouwd, maar die is ruim bemeten, staat goed geplaatst, heeft een goede ergonomie en zorgt nergens voor een probleem. Verder zijn de kasten ook voorzien van de nodige rubberen pootjes. Wielen voor de sub zijn optioneel (en toch wel aan te raden). De sub ziet er vooral heel zwaar uit, maar eigenlijk blijkt dat nog wel mee te vallen. De afmetingen vragen wel om hem met twee personen te hanteren. De topkasten zijn verrassend licht! Heel makkelijk te hanteren. Wanneer je de foto’s van de set even bekijkt, zal het design meteen in het oog springen. Levendig en fris, moderne lijnen, een beetje gedurfd, maar tegelijk toch klassiek. Erg mooi! De topkasten kregen een statiefadapter met variabele hoek ingebouwd. Op zich een prachtige feature, die in heel veel gevallen van pas zal komen wanneer je je topjes een beetje naar beneden of naar boven wil laten hellen. Maar in de praktijk vind ik het persoonlijk soms wat lastig om de kasten op statief te zetten. Het principe van ‘heffen om te ontgrendelen’ is niet zo handig. Voor de kast met haar volle gewicht op de statief steunt, kan de adapter naar alle kanten draaien, waardoor je al gauw een ongewenste stand van helling bekomt, die je moeilijk alleen kan corrigeren. Maar goed, liever dat dan wanneer het er niet was, want het blijft een handig kleinood. Een beetje oefenen, en het went snel. Hoe zit het met de aansluitingen? Die zijn enkel op XLR (Neutrik) uitgevoerd. Bij de DDQ 12 betreft het een input, een input link en een subwoofer output. Daarnaast een grote volumepotmeter, een ground/lift switch en een low cut/sub out switch. En uiteraard de gebruikelijke LED’s voor limiting en dergelijke. Het aansluitpaneel van de SUB is in dezelfde trend samengesteld, maar biedt wat meer mogelijkheden. Centraal staan twee draairegelaars. Eentje regelt het volume, zoals bij de top. De andere is de keuzeschakelaar van de processorpresets. Onder de regelaars staan enkele afbeeldingen van de verschillende mogelijke (cardioïde) opstellingen, met corresponderende preset. Mocht dat niet voldoende zijn, biedt de gebruiksaanwijzing een duidelijk antwoord op al je aansluitvragen. Ik vind het opzet van dit alles bijzonder goed. Alleen had ik graag een ander soort schakelaar gezien. Het is namelijk optisch wat moeilijk om de juiste preset te selecteren. De bedrukking en het wat kleine merktekentje op de knop zorgen voor verwarring en er zijn te veel presets die vlak bij elkaar liggen, waardoor je moeilijk de juiste kan selecteren. Daarvoor moet je in een halfverduisterde zaal zeker echt de klikjes gaan tellen. Een interface met display zou waarschijnlijk de prijs te fel doen oplopen, maar is mijn inziens voor deze toepassing toch een must. De SUB 18 heeft verder ook die ground/lift switch, en dan nog een heel interessant knopje: je kan de volumeregelaar en de preset keuzeschakelaar blokkeren, waardoor het achter je rug met de knopjes spelen (door snoodaards) niet al te veel invloed heeft op je systeem. De sub beschikt over een dubbele analoge input, een dubbele input link en een aux output (highpass). De sub heeft ook een IEC doorlusconnector voor netspanning. De topkasten hebben dat niet.

 

    

 

Klank


Kwaliteit en weergave
Ik was al grotendeels verkocht van bij de eerste tonen die de DDQ set weergaf. Wat een mooi klankbeeld! Een heel gedetailleerd en accuraat hoog, opvallend veel detail en een ongelooflijk tof fundament, zelfs op lage volumes. Je voelt als het ware dat de processing van zeer hoge kwaliteit is. Bij het vinden van de juiste balans tussen topkasten en subs, merk ik dat de volumeregelaars van de tops een beetje raar reageren. Drie vierde van het draaien gebeurt er weinig; het laatste kwartje zorgt dan plots voor praktisch de volledige gain. De totaalklank is mooi drukvol, en beschaafd in balans. Agressiviteit zit er niet in. Ook op hogere volumes blijft alles beheerst en de processor steekt er netjes een stokje voor wanneer je stiekem de zaak wil oversturen. Eigenlijk klinkt het allemaal correct, gedetailleerd: stemmen, instrumenten,… Laten we zeggen dat de muziekkwaliteit een nauwere gelijkenis vertoont met de klank van ons (veel duurder) referentiesysteem, dan met de klank van enkele eenvoudige (en wat goedkopere) systemen van enkele concurrenten. Anders gezegd: de set klinkt in feite ‘duurder’ dan hij is. We hebben overigens ook een aantal nummers beluisterd op een vrij hoog geluidsniveau, waarbij we slechts één subwoofer gebruikten in combinatie met beide topkasten. Dat gaf zelfs op die geluidssterkte een behoorlijk strak en opmerkelijk drukvol geluid. We hebben uiteraard ook het hele cardioïde verhaal uitgebreid aan de tand gevoeld. En ja: de presets doén het! Puur volgens de aanwijzingen in het (voortreffelijke) boekje hebben we de set opgesteld, en het resultaat was overtuigend als we in onze testruimte rond de speakers wandelden. Vooraan druk, achteraan geen baswolk meer. We hebben natuurlijk wat geëxperimenteerd, bijvoorbeeld door de subs net iets verder achter elkaar te zetten, en dan hoor je op sommige nummers verschillen. Je optimaliseert de cardioïde dan immers bij een iets andere frequentie, en afhankelijk van de dominante bastonen in het beluisterde nummer durft dat de ene keer al eens net nog wat efficiënter te werken dan de voorgeschreven afstand, maar de andere keer (met een ander nummer) is het dan weer net andersom. Onze slotconclusie was, dat het boekje eigenlijk een goede aanduiding geeft waarbij je zonder al te veel kopbrekerij een bruikbaar resultaat produceert.


Budget

Voor de DDQ SUB 18 vraagt LD €1799 (alle prijzen zijn bruto adviesprijzen). Een DDQ 12 moet €1199 opbrengen. Verder bevat de DDQ serie ook nog enkele andere modellen. Voor de DDQ10 betaal je €999 en voor de SUB212 €1699. De DDQ15 wordt pas leverbaar vanaf april 2014, de prijs ervan is nog niet bekend.
Lowbudget zijn deze modellen niet, maar wel helemaal eerlijk geprijsd. Ga maar eens zoeken naar een dergelijk uitgeruste kast aan een goedkopere prijs… Ik vrees dat de zoektocht uitzichtloos gaat worden. Nee, dit is topmateriaal aan een zeer interessante prijs!

 

Besluit

Om te besluiten wil ik zeker het professioneel karakter van de DDQ set nog een keer duidelijk onderstrepen. Het is een echte touringset. Zowel op vlak van afwerking en stevigheid, als van mogelijkheden. Daarbovenop klinkt de set ook echt professioneel. Een heel goed uitgewogen klankbeeld, met een erg stevig fundament. Ik moet toegeven dat het geen koopje is, maar wil toch benadrukken dat een vergelijkbare oplossing bij andere merken een heel pak duurder zal uitkomen. Je krijgt echt waar voor je geld, ik ben fan!