aanmelden
Doutreligne
Keyboard Instruments 27-03-2010
door:
De akoestische piano geldt sinds mensenheugenis als hét basisinstrument, het meest complete muziekinstrument, het instrument van de componist... Je kunt je dus met recht en rede afvragen waarom we in MMM daar zo weinig over schrijven. Wel, ik zal je daar een eerlijk antwoord op geven: dit is een puur economisch gegeven. Vermits dit instrument nog nauwelijks evolueert, bestaat er in de industrie veel minder behoefte om met de grote klok de nieuwste evoluties aan te kondigen dan dat bij bv. elektronische instrumenten en apparatuur het geval is. Hierdoor wordt er als vanzelf geen contact genomen met media als het onze. Maar af en toe valt er toch echt wat te melden. Dat kan een interessante toevoeging zijn, op het vlak van MIDI, automatisering, opname..., of een evolutie op vlak van fabricage.Doutreligne is om twee redenen het vermelden waard. Ten eerste is het een Belgisch merk (er is niets verkeerd aan een gezonde dosis chauvinisme, nietwaar) en ten tweede legt de fabricage een heel eigen parcours af.
De thuisbasis van Doutreligne bevindt zich in Ruiselede, bij de firma Maene. Dit bedrijf stamt uit 1938, toen Albert Maene en z’n echtgenote Zulma Doutreligne in Esen bij Diksmuide hun pianozaak openden, om reeds in 1947 te verhuizen naar Ruiselede. Dat er meer in het Maene-bloed te vinden is dan enkel verkoop, bewees Albert reeds in 1958, toen hij een studiebeiaard construeerde. Dit was slechts de voorbode van veel meer productie. Want z’n zoon Chris, die tussen de klavieren in het atelier opgroeide, bouwt in 1969 z’n eerste klavecimbel en in 1975 z’n eerste pianoforte, een Johannes Daniel Dulcken kopie. Snel verspreidt z’n faam zich, in die mate dat z’n instrumenten vandaag de dag naar de gehele wereld geëxporteerd worden. Eén van de hoogtepunten situeert zich in 2006, wanneer de Maene ateliers de toestemming en medewerking krijgen van niemand minder dan Steinway, om een replica te bouwen van de Steinway N°1 (1836) - een complex en ronduit fantastisch project, dat in een boeiende documentaire werd vastgelegd en al verschillende malen op Canvas en de Nederlandse televisie te zien was.
In de ateliers in Ruiselede worden er, naast onderhoud en service op hedendaagse en historische piano’s en de restauratie van waardevolle piano’s, nieuwe instrumenten gebouwd onder twee merknamen. De beroemdste zijn de Chris Maene instrumenten: replica’s van historische instrumenten (virginalen, clavecimbels en pianofortes), gebouwd volgens de hoogste kwaliteitsnormen, zowel qua constructie als qua afwerking en versiering.
Maar zeker even interessant, of beter gezegd, voor de meeste muzikanten nog interessanter, zijn de Doutreligne instrumenten, vermits men hier naar de best mogelijke prijs/kwaliteit-verhouding streeft. Onder deze merknaam worden sinds 2004 klavecimbels gefabriceerd: studie-instrumenten waar de kwaliteit hoog in het vaandel wordt gedragen en de afwerking sober wordt gehouden.
Naast klavecimbels, brengt Maene onder de Doutreligne-merknaam ook piano’s op de markt. En ook hier was het de doelstelling om kwaliteitsvolle instrumenten aan te bieden voor een ongekend gunstige prijs.
Maar piano’s fabriceren is in Europa zeer duur geworden. Eigenlijk kunnen alleen de absolute topmerken, zoals Steinway en Bösendorfer, nog werkelijk alles doorrekenen. Bijna alle traditionele Europese merken zijn dan ook van het voorplan verdwenen. Hierdoor is het aanbod de laatste tijd gereduceerd tot Europese topmerken, de Japanse ‘vaste waarden’ en goedkope instrumenten uit lage loonlanden, voornamelijk China. Maene besloot dus wijselijk om de eigenlijke productie van de Doutreligne piano’s in China te laten gebeuren, maar dan wel volgens de specificaties (bv. wat de zangbodem en de hamerkoppen betreft) van Chris Maene. Veel van de finesse van een piano ligt echter in het fijn op elkaar afstemmen en het precies afregelen van alle mechanische onderdelen, en in het intoneren - allemaal zaken die heel wat knowhow en traditie vergen. Op maat gesneden dus voor de Maene ateliers. Daarom opteerde Maene dan ook voor basisproductie in China, volgens eigen specificaties, en afwerking in Ruiselede door eigen techniekers. Gedurende de gemiddeld nog zo’n 35 toegevoegde manuren worden minder goede bassnaren vervangen, wordt het vilt van de dempers en onderhamers bewerkt, gaat men de rolletjes zachter maken, en wordt het geheel van elke hamer, z’n demper en z’n drie snaren perfect tegenover elkaar gepositioneerd om storende bijgeluiden weg te werken en de klank optimaal over de drie snaren te verdelen. Hierdoor zullen de instrumenten toch een ‘Europese sound’ bekomen. Veel van deze zaken zou men in China kunnen laten doen, maar Maene doet dit bewust hier, om niet al z’n knowhow te exporteren.
Het Doutreligne gamma omvat vleugelpiano’s in zes maten, met een lengte van 146, 152, 165, 185, 215 en 275cm. Van deze laatste, de Grand Concert, wordt de prijs enkel op aanvraag geleverd. De kleinste (Crapaud) staat 6995 euro geprijsd, en is daarmee eigenlijk niet duurder dan een goede Japanse buffetpiano.
In Ruiselede konden we deze instrumenten bespelen, om vast te stellen dat zij ons geenszins doen denken aan typische Chinese instrumenten, maar inderdaad een degelijke Europese indruk nalaten. Vooral de respons heeft duidelijk baat bij de ‘fine tuning’ in de Maene ateliers. En de uitlijning van de mechaniek draagt ook zeker bij tot de harmonische klank. Deze instrumenten doen echt wat je van hen vraagt en zullen ook professionele spelers behagen. Hoewel iets minder briljant dan Japanse piano’s van dezelfde afmeting, willen we ze er toch niet ver onder quoteren.
Je kan het niet over Doutreligne hebben, zonder over de prijs te spreken. En zo hadden wij onmiddellijk twee favorieten binnen het gamma. De goedkope Crapaud, die studenten een vleugel aanbiedt voor de prijs van een goede buffetpiano, en de 215cm lange Maestro, die met z’n 17600 euro eigenlijk in de prijsklasse van een goede kwartvleugel valt, maar daar de dynamiek van een driekwart aan toevoegt. Indrukwekkend en ongemeen verleidelijk!
Wanneer je aan de aanschaf van een vleugel denkt en het budget echt een rol speelt, dan moet je gewoon deze Doutrelignes in overweging nemen. En heb je de plaats voor een wat groter instrument, dan kan je een Conservatoire van 185cm of een Maestro van 215cm overwegen i.p.v. een baby grand van een duurder merk. Niet iedereen zal voor deze Doutrelignes vallen, maar wij denken dat deze instrumenten toch voor heel veel pianisten een aangename verrassing kunnen betekenen en hen gedurende vele jaren heel veel speelplezier kunnen bezorgen.
(Recent werd de Doutreligne lijn overigens uitgebreid met de Classique 122, een traditioneel geconcipiëerde buffetpiano, die je reeds voor 3990 euro de jouwe mag noemen.)