aanmelden
PRS SE 20 & SE 30 & SE 2x12
Guitar 06-11-2012
door:

AMPS & SPEAKER CABINET

 

INLEIDING


Toen Voerman Amersfoort het afgelopen jaar voor de eerste keer de PRS Experience Days organiseerde, stelde meneer Smith zelf met veel trots de PRS SE-reeks van gitaarversterkers voor. Terwijl ze aan hun handgemaakte modellen maar blijven sleutelen (en daarom geen Europese certificaten krijgen), wist Paul ons te vertellen dat de SE-reeks recent wel definitief vastgelegd werd qua technisch design. De Europese certificaten zijn ondertussen in orde en de eerste versterkers zijn gearriveerd! We bespreken voor u vandaag de twee lichtste modellen uit de reeks, namelijk de PRS SE-20 en SE-30 (beiden versterkers in head-vorm), in combinatie met de bijhorende SE 2x12 speakerkast.

Algemeen

Concept
Het principe van de SE-reeks bij de versterkers is hetzelfde als bij de gitaren. “SE” staat voor “Student Edition”. Terwijl de Amerikaanse modellen van PRS (gitaren en versterkers) bijna volledig met de hand worden gemaakt, worden de gitaren en versterkers van de SE-reeks machinaal vervaardigd in Zuid- Korea. PRS houdt natuurlijk nog steeds een oogje in het zeil en de prijs-kwaliteitverhouding van de gitaren is in elk geval zeer scherp. Hopelijk kan men dit doortrekken naar de versterkers.  

Vormgeving
Zwart werkt altijd voor een gitaarversterker, en dat is PRS blijkbaar niet ontgaan. De behuizing van zowel de SE-20 als de SE-30 is volledig in het zwart afgewerkt. Enkel het bedieningspaneel heeft een andere kleur en die verschilt van model tot model: wit voor de SE-20, grijs voor de SE-30 en donkergrijs voor de SE-50. Het enige onderdeel dat daarbuiten het zwarte patroon doorbreekt is het PRS-logo op het frontpaneel van de head.

 

  Handleiding
De handleiding is zeer beknopt en is daarenboven ook identiek voor eender welk model binnen de SE-reeks. Of je nu een SE 20, 30 of 50 aanschaft, de handleiding is steeds dezelfde. Je krijgt een technisch overzicht van de reeks en een aantal technische suggesties (bijvoorbeeld i.v.m. de “bias” van de lampen). Verder geeft men een zeer duidelijk overzicht van de verschillende functies die de versterkers te bieden hebben. Voor de meesten zal deze handleiding waarschijnlijk zelfs niet nodig zijn: zoals zal blijken uit de rest van het artikel, zijn de PRS SE-versterkers bijzonder makkelijk te gebruiken.


Bouw

Behuizing
Een zwarte versterker oogt altijd stoer, maar dan moet hij zijn imago nog kunnen waarmaken natuurlijk. Gelukkig zijn beide heads zeer stevig gebouwd. Een ruime anderhalve centimeter dikke behuizing moet de lampen en andere techniek tegen alle mogelijke schokken kunnen beschermen. Naast de dikke wanden is de versterker voorzien van stevige stoothoeken en een robuust handvat. Binnenin worden de lampen en andere hardware gemonteerd op een stevig aluminium chassis. Alles aan deze versterker lijkt bestand tegen het leven “on the road”!  

Afwerking
Beide heads (én de speakerkast) zijn volledig foutloos afgewerkt. Aan het oog voor detail is in elk geval niet te merken dat deze versterkers niet in de Amerikaanse ateliers van PRS werden gemaakt. De bekleding is foutloos aangebracht, nergens zijn er losse naden of resten van montagemateriaal te vinden en alle onderdelen zitten stevig op hun plaats. Niets dan goede punten dus!


Mogelijkheden

Aansluitingen
Tijdens de PRS-dagen stak meneer Smith zijn minachting voor de hedendaagse, met nutteloze functies overladen versterkers niet onder stoelen of banken. Zijn ervaring met professionele muzikanten is dat de meeste studio-opnames nog steeds gedaan worden met zeer simpele één-kanaals versterkers. Oorspronkelijk werden de PRS heads qua aansluitingen dus tot een minimum beperkt, de enige moderne(re) aansluiting die hier nog werd toegevoegd, is de fx-loop met line/instrument level control. Op het frontpaneel zien we enkel de jack-input. Achteraan vinden we dan de twee aansluitingen voor de speakerkast(en) met bijhorende impedantieregeling (4, 8 en 16 Ohm) en de jack- aansluiting voor de footswitch. Dan zien we nog drie extra jack-inputs, die dienen voor het uitmeten en aanpassen van de bias van de eindtraplampen. Een eerder zeldzame feature, maar één die zeker zal worden toegejuicht door de techneuten onder ons!  

Bedieningspaneel
Gezien het traditionele standpunt van PRS is het geen verrassing dat ook het frontpaneel eerder sober is, met een minimum aan extra functies. Je krijgt twee volledig gescheiden kanalen, met elk een aparte EQ (treble, mid en bass), volumeregeling en bright-switch. De master-sectie van de versterker bestaat uit een regeling voor de reverb en een apart mastervolume voor elk kanaal. Alle knoppen zitten zeer stevig op hun plaats en reageren zeer snel en zonder speling. Het vakmanschap van de SE-reeks doet tot nu toe op geen enkel vlak denken aan het “minderwaardige” etiket dat vele Aziatisch geproduceerde instrumenten dikwijls meekrijgen.

Effecten
Eveneens in de lijn van de traditionalisten: er zijn geen effecten (digitaal of analoog) voorzien op de versterker buiten de ingebouwde reverb.


Ergonomie

Architectuur
Het kan eigenlijk niet simpeler : alle draaiknoppen die je nodig hebt om je klank bij te regelen, vind je op het frontpaneel, duidelijk onderverdeeld en gemarkeerd. Alle aansluitingen voor extra apparatuur en speakers vind je achteraan de versterker, eveneens duidelijk gemarkeerd. Veel duidelijker of makkelijker dan de PRS SE-reeks kan je het niet maken!

Bediening
Het voordeel met klassiek gebouwde versterkers, is dat ze zelden moeilijk te gebruiken zijn. En dat is ook voor de SE-modellen het geval. Je hebt per kanaal een volledig aparte instelling, dus je moet niet bang zijn dat je per ongeluk iets wijzigt aan de cleane klank terwijl je eigenlijk je overstuurde klank probeert bij te werken. Het is een kwestie van draaien, luisteren, draaien, luisteren en misschien nog eens draaien en luisteren. Poepsimpel! Schakelen doe je tijdens het spelen met de meegeleverde footswitch, die je toelaat van kanaal te wisselen én de reverb aan en uit te schakelen.


Klankkwaliteit

Klank
Nu doen de namen SE-20 en SE-30 (en SE-50) vermoeden dat het wattage tussen de modellen verschilt. Dat klopt! Maar wat bij andere merken meestal niet het geval is, is dat tussen de verschillende modellen ook verschillen zitten qua eindtrap. De SE-20 is namelijk voorzien van twee 6V6 lampen die 20 Watt aan vermogen leveren, terwijl de SE-30 via twee Tungsol 5881 lampen 30 Watt naar buiten pompt. De versterkers verschillen dus niet alleen qua vermogen, ze klinken ook nog merkelijk anders vanwege het verschil in eindtrap. We bekijken ze even apart: De PRS SE-20 levert vanuit het cleane kanaal klanken die we het best kunnen beschrijven als klassieke, Amerikaanse sounds: breed, vol en helder met een zeer aanwezig tophoog. Met de 6V6 lampen in de eindtrap zal dit allicht ook niet als een grote verrassing komen. Zolang we het ingangsvolume van het cleane kanaal onder de helft houden, blijven alle klanken clean, zeker als we met single coils aan de slag gaan. Eenmaal daarboven blijkt dat het cleane kanaal ook enkele prachtige crunchy klanken levert of, mijn favoriet, “net-niet-overstuurde” cleane klanken. Met een klein beetje van de aanwezige reverb kunnen we meteen eender welke blueskroeg binnenstappen en meejammen. Als we naar het tweede kanaal schakelen, gaat het heldere klankbeeld verschuiven naar een klank met meer focus op de middentonen. De overstuurde klanken zijn stevig en leadlijnen klinken dik en duidelijk gearticuleerd. Metalheads zullen allicht wat gain missen, maar voor de rock- en bluesgitarist die niet bang is van een “strenge” versterker, vallen er hier heel smaakvolle en ruim inzetbare klanken te rapen. En voor wie denkt dat 20 Watt niet genoeg vermogen biedt: think again! Je kan de versterker lekker laten werken en de eindtraplampen aansturen, zonder daarbij de rest van de band met een auditief trauma op te zadelen. De PRS SE-30 is een heel ander beest, en dat is duidelijk van zodra de eerste cleane klanken uit de speakerkast rollen. Clean levert deze versterker meer ronde klanken in plaats van de glasheldere presence van de SE-20. De overvloed aan “sprankel” in het tophoog is weg en heeft plaatsgemaakt voor een klank die minder in het hoog leeft, maar meer in het middengebied. Ook de headroom voor het cleane kanaal is groter en de klanken gaan pas oversturen als we het ingangsvolume voorbij 2/3e van het bereik duwen. De clipping van de SE-30 is harder en agressiever dan de SE-20, wat een heel ander soort klanken oplevert. Hard, rauw en snijdend: ideaal voor moderne rock en indie! Mijn favoriet, de nauwelijks overstuurde klanken, staat en valt echter met een meer subtiele clipping, dus die mogelijkheid valt hier helaas in het water. Als we overschakelen naar het distortion-kanaal, draait het klankbeeld op een vergelijkbare manier als bij de SE-20. Daar gingen we van helder clean naar een donkere oversturing. Bij de SE-30 gaan we van een donkerder clean naar een meer heldere distortionklank. Terwijl de SE-20 dikkere en ronde klanken levert, is de SE-30 agressiever en meer “in your face”. Van beide versterkers is deze duidelijk meer gericht op het betere “rockwerk” en bij PRS belooft men dat de SE-50 deze lijn nog verder doortrekt. Bij de SE-30 valt al een stuk meer gain te rapen dan bij de SE-20 en ook het vermogen wordt opgetrokken. 20 Watt was al luid genoeg, met 30 Watt zal je zeker wel gehoord worden! Zijn er dan minpunten aan de SE-reeks? We hebben er niet veel kunnen vinden, maar we hebben toch een opmerking. Zo is de “bright”-switch die op elk kanaal te vinden is niet echt bruikbaar bij podiumvolumes. PRS is eerlijk en vermeldt ook in de handleiding dat deze functie vooral gebruikt kan worden om wat extra hoge tonen door te laten bij lage volumes. Van zodra het volume de hoogte in gaat, begint deze functie opmerkelijk schel en priemend te klinken. Als je dus, zoals ik, een extra klankmogelijkheid verwacht met deze functie, kom je wat bedrogen uit. De lage vermogens zijn dan weer een punt waar aardig wat discussie rond zal gevoerd worden. Persoonlijk speel ik het liefst op versterkers met een iets lager vermogen, om de lampen lekker te laten werken. Wil je echter een allesverwoestende basrespons (ja ik kijk naar jullie, metalheads) laat je deze heads best voor wat ze zijn en ga je toch beter op zoek naar een dikke 100 Watter!

Effecten
De reverb is mooi meegenomen als je de versterker op z’n eentje gebruikt. De reverb klinkt rond en warm en zeker niet te helder of nijdig. Je kan een solopartij of melodie de nodige diepte meegeven en bij het spelen van cleane solo’s kan de functie die kurkdroge klank wat bijkleuren. Als je de parameters of het type van je reverb meer wil kunnen instellen, zal je terug moeten overschakelen naar je vertrouwde apparatuur.


Budget

De PRS SE-reeks staat garant voor een scherpe prijs. Hoe zit dat dan juist met deze heads? Voor de PRS SE-20 betaal je €1160 en voor de PRS SE-30 moeten je €1220 neertellen. Niet vergeten, je hebt nog een speakerkast nodig! Het SE Speaker Cabinet, dat we gebruikten voor deze test en volledig op de heads is afgestemd, kost nog eens €380 (alle prijzen inclusief BTW). Op zich zijn deze prijzen perfect te verantwoorden. De speakerkast kan zelfs een koopje genoemd worden en zal allicht door vele gitaristen ook aangeschaft worden om te gebruiken met heads van andere merken. Bij de heads is het intussen al geen nieuws meer dat men de prijzen niet meer vastkoppelt aan de mogelijkheden of extra functies, maar aan de klank. En op dat vlak scoren beide PRS-modellen prima! Ook qua bouw en afwerking valt er werkelijk niets op aan te merken.


Besluit

PRS lijkt onvermoeibaar in zijn zoektocht naar nieuwe klanken en mogelijkheden. Na de Amerikaanse versterkers komen nu de SE-modellen eindelijk aan in Europa. Het mag duidelijk zijn in dit artikel: elke versterker zal een ander type gitarist aantrekken. Het kan zijn dat je weg bent van de SE-20, maar totaal niets voelt voor de andere twee modellen. De variatie van lampen in de eindtrap zorgt voor een groot aantal verschillende klanken en het is perfect mogelijk dat je je niet in alle keuzes van PRS zal terugvinden. Maar als er niet één versterker tussen zit die je aanstaat... moet je misschien maar een ander instrument gaan spelen!