gepubliceerd in
Phonic Powerpod 1860 II & 740
Live Sound & PA 24-03-2002
Het is nog maar recent dat de toestellen van het Phonic merk bij ons verdeeld worden… toch onder die naam! In werkelijkheid gaat het om fabrieken die reeds vroeger als toeleverancier dienden voor allerlei merken, waarvan ik wijselijk de namen achterhoud! En dan is het niet verwonderlijk dat er ineens niet een of twee toestellen maar een volledig gamma op de markt gebracht wordt: tientallen geluidsversterkingtoestellen, processors, versterkers, mengtafels en vooral versterkte mengpanelen. Het is uit dit onderdeel dat we twee modellen gekozen hebben die in velerlei opzicht opzienbarend zijn. Maar eerst wil ik even dieper ingaan op de verschillende onderdelen van het totale gamma: Bij de "powered mixers", waaronder de Powerpod 1860 II die hier getest wordt, heb je vier modellen: de hele kleine 1202 XP, met 4 XLR/jacks en 2 x 50 watt, de 1840, de evenknie van de 1860 II maar met een minder krachtige versterker en de 2280, met 12 micro-ingangen (tegen 8 voor de 1860) en een nog zwaardere versterker.Het concept is ondertussen klassiek: een stereo mengtafel uitgerust met micro & line ingangen, een digitale effectenprocessor, een (dubbele) grafische equalizer aan de uitgang, en dit alles gekoppeld aan een power amp. Maar het design is uiterst geslaagd: er is de blauwe LED die aangeeft of het toestel ingeschakeld is, verder zal de naam van het effect, afhankelijk van de keuze, oplichten, etc.: de Phonic 1860 II tafel kan izjn Oosterse afkomst niet verloochenen!!! En of er nu "made in China, Taiwan of Korea" opstaat, vroeger had dat een minder goede bijklank maar die tijden zijn definitief voorbij en we weten die producten tegenwoordig meer en meer naar waarde te schatten. En natuurlijk blijven ze nog steeds prijsgunstig… De handleiding is zeer goed uitgewerkt, alles wordt uitvoerig belicht en voorzien van duidelijke illustraties, er zit eveneens een blokdiagram in en alles over de bekabelingen zoals jacks, XLR etc. die bovendien zeer duidelijk staan afgebeeld op het plaatje dat zich op de achterzijde van het toestel bevindt! Je kan je echt niet meer vergissen...
Hier vind je dus alle de voordelen van een dergelijk concept: een "all-in-one" opent perspectieven naar meervoudige toepassingen. Men heeft met de 1860 II de beschikking over in totaal 8 micro/line ingangen met 3-bands eq (en jack insert), 2 x 2 stereo line-ingangen met eveneens een 3-bands equalizer, verwisselbaar (twee paar A ingangen via jacks en 2 paar B ingangen via RCA) en dan nog 2 paar jackingangen met een eenvoudige niveaucontrole. Voeg hier dan nog eens een "tape" ingang aan toe en, voor wie het sommetje nog niet gemaakt heeft, dan kom je mooi op "18" uit… Wat de "6" betreft, die is ook gerechtvaardigd. Naast de stereo uitgang, gedubbeld door een "tape out" zijn er immers ook twee auxiliary uitgangen, maar ook, en dat komt echt niet zo vaak voor, een mono uitgang en een "zone 2" uitgang (voor het verspreiden van de muziek – minder luid – in de bar van een aanpalende ruimte…). Ik signaleer graag dat de 7-bands grafische equalizer dubbel is, parallelle on/off schakeling, en toegankelijk (in & out) via twee paar jacks, net zoals voor de krachtversterker, die over een niveauregelaar beschikt op de achterzijde van het toestel, via "trim's". De uitgangen van de versterker zijn Speakon's en, hoe mooi, met een grafische voorstelling van de vierpolen bekabeling. Voor wanneer je onder stereo, dubbel mono (front & return) of in brugmode werkt, alles is mogelijk! Je hebt het toch al verstaan: de toepassingsmogelijkheden zijn zeer uitgebreid, en, afhankelijk van het aantal benodigde ingangen (dat hangt natuurlijk van het aantal instrumenten af) en van de benodigde power (dat hangt van het aantal toeschouwers af), dan is dit het type toestel dat absoluut elke vorm van klankversterking aankan!
Het uiterlijk van de Powerpod 740 is volledig verschillend van dit van de 1860: het gaat hier ook om een versterkte mengtafel maar het bedieningspaneel is nu verticaal geplaatst. Het doelpubliek is dus dat van de "reizende" muzikant. Een stevige muzikant weliswaar: de 740 weegt rond 15 kg, gerechtvaardigd door zijn 2 x 150 watt aan 8 Ohms. Alvast te noteren: de nochtans discreet opgestelde ventilators (drie) van de 1860 zijn hier vervangen door een breed uitgevallen passieve radiator (en dus muisstil…), deze neemt wel meer dan de helft van het achterpaneel in beslag. En eigenlijk is dat goed gezien: bij de hier ontwikkelde klankversterking zijn achtergrondgeluiden uit den boze.
←→Een tweede reeks uit het "Powerpod" aanbod omvat voornamelijk versterkte mono-mixers, met verticaal bedieningspaneel (alleen het 1060 model is stereo). De 740 wordt hieronder uitvoering behandeld, de 620 is de gelijke van dit model maar met minder power, en de 408 is het instapmodel uit dit gamma (met 4 XLR/jack ingangen). Men herneemt, maar zonder de versterker dezelfde karakteristieken als in het eerste gamma en zo kom je bij een resem mengpanelen, dus niet versterkt: de compacte modellen 1002, 1202, 1705, 1805 (X) en de minder compacte modellen 1843X, 2443, 2643X. De eerste twee cijfers verwijzen zoals zo vaak naar het aantal ingangen (alle types komen voor: micro, line, stereo, effect return etc.).
Dan zijn er nog de audio processors: twee dubbele grafische equalizers, een 15-band en een 31-bands, een actieve 2-wegs stereo crossover of 3-wegs mono. En vervolgens zijn er nog twee reeksen power amp's: de Max 860, 1500 en 2500 (de referenties geven de maximale krachtbron aan per 2 Ohms, met twee toegevoegde kanalen) en de PIII-600, 1000, 2000(B) en 3000(B). De "B" versies hebben een gefilterde uitgang voor de subwoofer (snijpunt aan 60, 90 of 120 Hz). En tenslotte, wie had het anders verwacht, zijn er de luidsprekers: om te beginnen zijn er twee kleine modellen, de 206 & 207 (30 of 50 toelaatbare watts), eerder ontwikkeld voor installaties, en deze zijn trouwens ook in actieve versie verkrijgbaar. En dan zijn er de klassieke "twee-wegs", de 715 en 712, op basis van respectievelijk een 15" of een 12" driver.
POWERPOD 1860 II ALGEMEEN
Het concept is ondertussen klassiek: een stereo mengtafel uitgerust met micro & line ingangen, een digitale effectenprocessor, een (dubbele) grafische equalizer aan de uitgang, en dit alles gekoppeld aan een power amp. Maar het design is uiterst geslaagd: er is de blauwe LED die aangeeft of het toestel ingeschakeld is, verder zal de naam van het effect, afhankelijk van de keuze, oplichten, etc.: de Phonic 1860 II tafel kan izjn Oosterse afkomst niet verloochenen!!! En of er nu "made in China, Taiwan of Korea" opstaat, vroeger had dat een minder goede bijklank maar die tijden zijn definitief voorbij en we weten die producten tegenwoordig meer en meer naar waarde te schatten. En natuurlijk blijven ze nog steeds prijsgunstig… De handleiding is zeer goed uitgewerkt, alles wordt uitvoerig belicht en voorzien van duidelijke illustraties, er zit eveneens een blokdiagram in en alles over de bekabelingen zoals jacks, XLR etc. die bovendien zeer duidelijk staan afgebeeld op het plaatje dat zich op de achterzijde van het toestel bevindt! Je kan je echt niet meer vergissen...POWERPOD 1860 II BOUW
Het toestel is aan de zware kant: meer dan 20 kg (gelukkig is er de zeer stevige handgreep die het transport danig vergemakkelijkt)! Maar dat heeft zo zijn redenen: je kan geen 2 x 200 watt RMS leveren zonder een stevige toroïdale transformator en alles wat daarbij hoort! Maar de globale afmetingen zijn zo klein mogelijk gehouden, en dat heeft ook zo zijn voordelen… Er zijn de faders (voor de 10 kanalen, de eerste twee zijn voorzien voor stereokanalen, en 5 in de master sectie) die nogal klein zijn uitgevallen: 60 mm en eerlijk gezegd, ze lijken me nogal aan de lichte kant, zelfs fragiel. Hetzelfde voor de knoppen van de equalizer (3-bands) voor de inkomende signalen… mono! Raar maar waar, deze van de stereokanalen zijn duidelijk veel steviger uitgewerkt. En dat is dan ook weer logisch: het gaat hier om een dubbele potentiometer, beter ingebouwd in het toestel zelf. De talrijke switches zijn ook zeer "Oosters", lees: klein uitgevallen. Maar deze lijken dan weer steviger te zijn, zeker in vergelijking met gelijkaardige knoppen op tal van andere toestellen waar je niet steeds zeker bent of je ze nu ingeschakeld hebt of niet! Dat is hier zeker niet het geval, je kunt gewoon niet twijfelen en bovendien verduidelijkt een bijhorende LED dat ze ingeschakeld zijn: mute, PFL etc… de afwerking van de in- en outputs is ook zeer degelijk: de jacks werden bevestigd in het voorpaneel, de XLR ook. De reden waarom ik hier zo in detail treed is dat dergelijke tafels meestal niet modulair opgebouwd zijn, of anders gezegd, bij het haperen van eender welk kanaal is het onmogelijk dit individuele kanaal te verwijderen. Je kan niet verder werken met de resterende kanalen die nog wel functioneren: je moet het toestel opensmijten. Daarom is de degelijkheid van dit materiaal van primair belang. En, alle herstellers van elektrische toestellen zullen dit beamen, 99% van de mankementen komen voor op de bewegende onderdelen en de aansluitingen… Die aansluitingen zijn dus van goede kwaliteit en talrijk aanwezig: de 1860 II is een zeer polyvalente tafel, dat is juist een van zijn sterke punten. Een voorbeeld: een fantoomvoeding die individueel per kanaal toewijsbaar is, dat is pas luxe! Dezelfde luxe vinden we terug bij de controles: een PFL en mute per kanaal, dat is niet zo courant bij toestellen uit deze prijscategorie. Een bijzonderheid: de ingebouwde effecten zijn voorzien van een "send" regeling, maar er is geen "master" voor de return. Maar, geloof me vrij, vermits de geïntegreerde DSP geen enkele ruis veroorzaakt, is dat geen drama! En algemeen, voor zo'n kleine tafel, zijn de controles… ik kan het niet laten: ook "Oosters". Dus niet al te groot. Maar vermits de afwerking van het geheel zo verzorgd is, stoort dat geenszins.
POWERPOD 1860 II MOGELIJKHEDEN
Hier vind je dus alle de voordelen van een dergelijk concept: een "all-in-one" opent perspectieven naar meervoudige toepassingen. Men heeft met de 1860 II de beschikking over in totaal 8 micro/line ingangen met 3-bands eq (en jack insert), 2 x 2 stereo line-ingangen met eveneens een 3-bands equalizer, verwisselbaar (twee paar A ingangen via jacks en 2 paar B ingangen via RCA) en dan nog 2 paar jackingangen met een eenvoudige niveaucontrole. Voeg hier dan nog eens een "tape" ingang aan toe en, voor wie het sommetje nog niet gemaakt heeft, dan kom je mooi op "18" uit… Wat de "6" betreft, die is ook gerechtvaardigd. Naast de stereo uitgang, gedubbeld door een "tape out" zijn er immers ook twee auxiliary uitgangen, maar ook, en dat komt echt niet zo vaak voor, een mono uitgang en een "zone 2" uitgang (voor het verspreiden van de muziek – minder luid – in de bar van een aanpalende ruimte…). Ik signaleer graag dat de 7-bands grafische equalizer dubbel is, parallelle on/off schakeling, en toegankelijk (in & out) via twee paar jacks, net zoals voor de krachtversterker, die over een niveauregelaar beschikt op de achterzijde van het toestel, via "trim's". De uitgangen van de versterker zijn Speakon's en, hoe mooi, met een grafische voorstelling van de vierpolen bekabeling. Voor wanneer je onder stereo, dubbel mono (front & return) of in brugmode werkt, alles is mogelijk! Je hebt het toch al verstaan: de toepassingsmogelijkheden zijn zeer uitgebreid, en, afhankelijk van het aantal benodigde ingangen (dat hangt natuurlijk van het aantal instrumenten af) en van de benodigde power (dat hangt van het aantal toeschouwers af), dan is dit het type toestel dat absoluut elke vorm van klankversterking aankan!POWERPOD 1860 II KLANKKWALITEIT
Ik moet toegeven dat ik me in het begin nogal schuchter heb uitgedrukt... voor deze prijs, "goede klank" verzekeren, ik geloofde er niet echt in… Maar eenieder kan zich wel eens vergissen: vergeet niet dat de effectprocessor echt geen enkele ruis veroorzaakt, ik had het toen al moeten weten… maar ze klinken ook nog eens steengoed!!! De 16 presets zijn quasi allen bruikbaar, of toch in ieder geval voor mijn werkdomein: verschillende reverb types, chorus, delay, flanger, de gebruikelijke waaier mogelijkheden dus. Geen parameters die je kan aanpassen, maar goed, bij een klankversterking heb je ook niet alle tijd van de wereld om hieraan te peuteren!! En al de rest is uit hetzelfde hout gesneden: microvoorversterkers die ook niet teveel "ademen", zelfs wanneer je de gain opdrijft (maximaal 44 dB gain), de equalizers leveren ook goed werk (80 Hz, 2.5 kHz, en 12 kHz, +/- 15 dB), nog eens benadrukt door een low-cut filter (75 Hz, 18 dB/octaaf), zonder dan nog aan de 7-bands eq van de output te denken (+/- 12 dB aan 60, 120, 360, 1 k, 2.5 k, 7 k en 16 kHz), voldoende keus! Een "crosstalk" die nogal luid uitvalt (een bevestiging van mijn indruk dat er in dit toestel maar een circuit gebruikt wordt…) met enkel een waarde aan 63 dB, maar daar ook, bij geluidsversterking werkt dat niet echt storend. En op het gebied van de power, die is goed voorzien: de versterker levert de broodnodige punch. Men heeft werkelijk aan alles gedacht: voor elk uitgaand kanaal van de krachtversterker is er een limiter voorzien.
POWERPOD 1860 II BUDGET
Dat wordt gemakkelijk: niet duur, goedkoop en dus niet duur… Je moet er maar twee luidsprekers aan toevoegen (stevig wel te verstaan, denk maar aan de power van de versterker) en je hebt een volledige p.a., met inbegrip van een versterker, equalizer en zelfs effecten. Met daar bovenop alle mogelijke aansluitingen, zowel in- als output! En "pro" aansluitingen: XLR voor de ingangen 1 tot en met 8, Speakon voor de uitgangen van de versterker en zelfs de belangrijkste stereo en mono uitgangen geschieden via symmetrische jacks (TRS). Het minste dat je kan zeggen is dat je rijkelijk voorzien bent!
POWERPOD 740
Het uiterlijk van de Powerpod 740 is volledig verschillend van dit van de 1860: het gaat hier ook om een versterkte mengtafel maar het bedieningspaneel is nu verticaal geplaatst. Het doelpubliek is dus dat van de "reizende" muzikant. Een stevige muzikant weliswaar: de 740 weegt rond 15 kg, gerechtvaardigd door zijn 2 x 150 watt aan 8 Ohms. Alvast te noteren: de nochtans discreet opgestelde ventilators (drie) van de 1860 zijn hier vervangen door een breed uitgevallen passieve radiator (en dus muisstil…), deze neemt wel meer dan de helft van het achterpaneel in beslag. En eigenlijk is dat goed gezien: bij de hier ontwikkelde klankversterking zijn achtergrondgeluiden uit den boze.Voor de rest vind je hier, weliswaar in eenvoudigere vorm, de meeste karakteristieken van het 1860 model terug: dezelfde 3-bands eq voor de 7 XLR/jack ingangen, maar de gain en een tweede aux send zijn verdwenen, net zoals de mute en de PFL ("puffel, wat is dat?" heb ik al zoveel muzikanten-dreuzels horen zeggen...); de faders zijn vervangen door roterende potmeters, het aantal effecten werd beperkt tot 4 (3 reverbs en een delay) en nu hoor je een beetje ruis als je de effectprocessor aanzet…, maar, wat een geluk, men heeft de dubbele grafische 7-bands equalizer aan de uitgang bewaard! De uitgaande verbindingen zijn nu allemaal eenvoudige jacks geworden (dat vind ik een beetje minachtend voor muzikanten: net alsof wij niet weten wat een Speakon is…). In werkelijkheid gaat het hier om een dubbele (of stereo) versterker maar in combinatie met een mono-tafel: je vindt er dus ook geen spoor van een "pan" op terug. Zelfs de ingangen 5, 6 & 7, die, naast de XLR telkens ook over twee jacks beschikken, maken gebruik van een mono optelling. Je moet de twee versterkers dus gebruiken als "main + main", of "main + monitor", of ook nog in mono "bridge" modus. De fantoomvoeding is er nog altijd bij, maar ditmaal zet je die wel globaal aan, voor alle kanalen. Voor de rest, met uitzondering van de power, blijft alles bij hetzelfde: de controles en de effecten, de elektrische waarden en de audio zijn identiek aan deze van de 1860, vandaar dat ik hier niet te diep hoef uit te wijden. Maar, laat je niet verrassen: de Powerpod 740 is zeker (of zelfs nog meer) interessant als je zijn prijskaartje bekijkt, vooral als je dan het aantal ingangen en de kracht ervan beschouwt...
POWERPOD 1860 II BESLUIT
Ook gemakkelijk: ik heb alleen mijn twijfels over de levensduur van sommige potmeters (voornamelijk bij de eq van de mono-kanalen) en over de lengte van sommige faders (Phonic heeft het nochtans over "long throw" faders…), maar, als deze Phonic overeenstemt met uw criteria qua in- en uitgangen en wat de power betreft, dan is de Phonic 1860 II versterkte mixer zeer zeker een verantwoorde keuze.
PRO & CONTRA
| PRO | CONTRA |
POWERPOD 1860 II SPECIFICATIES
Inputs Outputs Master Section |
sitemap
