aanmelden
Allen & Heath GS-R24M
Recording & Producing 29-03-2012
door:

24 CHANNEL STUDIO RECORDING MIXER

 

 

Ik krijg net een erg originele mixtafel binnen. Je zal ontdekken dat Allen&Heath met deze console heel wat innovaties weet te brengen binnen dit prijsgamma. Waarover gaat het nu precies? De GS-R24 is een halfautomatische opnametafel met digitale interface. Maar, je zal zien dat ze op zowat alle vlakken verschilt van wat je gewend bent in de wereld van de mixing consoles.

 

PRESENTATIE

DE GS-R24 wordt geproduceerd in Cornwall in het Verenigd Koninkrijk. Het merk staat bekend om zijn mixtafels voor livemuziek en DJ’s. En er is natuurlijk de ZED-serie die we al uitgebreid testten en die in feite een eerste stap was in de richting van deze GS-R24. De R staat trouwens voor Recording, opnemen dus, maar dat wil niet zeggen dat het toestel niet geschikt is voor concerten. Het is mogelijk om de tafel aan te sluiten via een FireWire- en ADAT interface (in beide technologieën wordt dezelfde geluidskaart gebruikt), de faders zijn gemotoriseerd, in de “M”-versie dan toch. Kers op de taart is de mogelijkheid om in stereo te werken, maar ook in surround. De absolute sterkte van deze tafel is dat ze kan opnemen in multisporen. Eigenlijk moet ieder voor zichzelf uitmaken waarom deze Allen&Heath het meeste geschikt is om aan zijn opname-apparatuur te hangen. Dat is net het mooie van de zaak: je hebt keuze uit de diverse troeven.

 

BESCHRIJVING

Deze tafel lijkt op een andere mixconsole van hetzelfde merk, meer bepaald de GL. Een kenner herkent meteen de Allen&Heath-look en merkt vervolgens de zes AUX-aansluitingen met pré/post balans. Kortom, we bevinden ons op bekend terrein. Tenminste daar lijkt het op het eerste zicht toch op. Deze tafel is analoog, maar ze is wel bedoeld voor opnames. En vandaag is het opnamesegment quasi volledig digitaal. Dit gaat dus zeker in goede aarde vallen bij zij die allergisch zijn aan het digitale gebeuren. Behalve dat digitaal werken soms wel erg handig kan zijn. Daarom dat er wel vaak digitale tafels te vinden zijn waarbij een analoge feel is geïntegreerd, om ook de “digibeten” tevreden te houden. Hier zien we eigenlijk bijna het tegenovergestelde: een analoge console die een en ander uit de digitale wereld gaat halen en deel geautomatiseerd is. En dat tegen een zeer schappelijke prijs. Met zeer schappelijk, bedoel ik helemaal niet hetzelfde als goedkoop, want het blijft veel geld. We zitten hier immers in een categorie voor professionelen, niet zozeer voor de amateurs thuis. Laten we de GS-R24 even beschrijven. Eigenlijk moeten we zeggen: GS-24M, want ik beschik hier over de versie met gemotoriseerde faders. De afmetingen zijn ruim: 61,6 cm diep, 112,5 cm lang en 19,2 cm hoog. Deze tafel beschikt over een volledige meterbrug met een meter per spoor en twee prachtige analoge Vu-meters op de master. Het gewicht bedraagt 38 kg. De niet-gemotoriseerde versie is vanzelfsprekend iets lichter. Zoals de naam al doet vermoeden gaat het om een 24-sporentafel. Eigenlijk zijn er meer sporen: 24 monosporen, twee stereosporen, vier subgroepen en drie masters (links, rechts, mono). Enkel de individuele sporen zijn gemotoriseerd.

Per deel vinden we van boven naar beneden: de gainregeling met vier schakelaars: line, fantoomvoeding, faseswitch en een hoogfilter op 100 Hz. Vervolgens een zeer volledige equalizingsectie van basfrequenties (80Hz) tot de hoge frequenties (12kHz) inclusief parametrische midsectie. Op het vlak van frequenties hebben we de 18 Hz tot 1 kHz voor het medium basgedeelte en van 400 hZ tot 18 kHz voor de scherpere tonen. Kenners weten dat deze twee banden elkaar een beetje overlappen. Een schakelaar kan de equalizer in bypass zetten. Verder zien we een sectie met zes AUX-send-aansluitingen. De twee eerste zijn pre fader, de twee volgende zijn pre of post fader, per kanaal in te stellen, de twee laatste zijn post fader. Als je wil kan je ze allemaal pre fader maken, maar dan moet je de tafel openmaken en een schakelaar per deel toevoegen. De AUX-aansluitingen worden gevolgd door de panoramische potmeter die is vervangen door een balansregeling voor de stereogedeeltes. Vervolgens zijn er de aanduidingen L-R, M, 1-2 en 3-4. Je verwacht doorgaans, zelfs op een tafel van deze afmetingen eerder acht subgroepen. In de praktijk volstaan vier subgroepen echter perfect. Verder zien we vier knoppen die als naam A, B, C D hebben meegekregen en die analfabete geluidstechnici de beginselen van het lezen bijbrengen. Euh... Of misschien toch niet? Volgens de Engelstalige handleiding, die goed in elkaar zit, lees ik dat deze vier knoppen gericht zijn op het signaal dat terugkomt van je DAW, oftewel Digital Audio Workstation. We komen hierop terug! Nu eerst even verder met de algemene verkenning. Elke deel heeft een muteknop en een soloknop (AFL, PFL of “solo in place”). Het is dit soort details dat mooi laat zien hoe nauwgezet de ontwerpers te werk zijn gegaan. Twee toegevoegde kanalen trekken de aandacht. Ze heten “valve input channel”. En ja: het ingangssignaal passeert langs een buis. Je ziet ze oplichten in het halfdonker, maar dat is maar show: leds zijn onder de buizen ingebouwd. Grappig! De buizen zijn van JJ, dat toch een goede reputatie heeft op dit vlak. Echte audiofielen zouden deze lampen kunnen vervangen door NOS- exemplaren, om het helemaal vintage te maken. Nu we het er toch over hebben. Het is geen volledige buizentafel, eerder een hybride systeem waarbij buizen zijn geplaatst in een transistorsysteem. De bedoeling is uiteraard om het signaal te kleuren met die typische warme lampensound. Een potmeter voorzien van een mooie retroknop regelt de “drive” van de buizen. Een led licht eerst groen of oranje of rood op, naargelang hoeveel drive je erin draait. Deze twee kanalen kunnen ook gebruikt worden als DI. Via de bijhorende knop kan je het signaal laten passeren in hoge impedantie. De grote tafel is ruwweg verdeeld in drie delen: het eerste bevat de zestien eerste mono-faders en twee stereo-faders. Het centrale deel huisvest het mastergedeelte, de twee buizenkanalen, de subgroepen en een sectie Midi controllers. De laatste sectie telt acht faders, identiek aan de eerste zestien. Wat ons eigenlijk vooral interesseert is het onderdeel waar de Midi controllers zitten omdat je die raar of zelden aantreft op analoge tafels. We zien de gebruikelijke commandotoetsen zoals bij een opnametoestel dat met MMC (Midi Machine Control) werkt en op die manier de gebruiker in staat stelt om zijn opnametoestel of - software aan te sturen. Vervolgens zijn er acht on/off-schakelaars die je kan gebruiken in combinatie met een shift-toets, welke het aantal commando’s dus met twee vermenigvuldigt. Een groot navigatiepad in deze sectie bestaat uit vijf toetsen (boven, onder, links, rechts) en een vijfde in het midden. Daarnaast vinden we een schuif met als naam “mono master”. Deze kan gebruikt worden als midicontroller op de GS-R24, dus de versie die niet over gemotoriseerde schuiven beschikt. En het is nog niet gedaan! Er zijn nog twee midischuiven die vergezeld gaan van acht draaischijven. Niet slecht om je DAW aan te sturen, zou ik zo zeggen. Ik zie in één oogopslag dat het monitorgedeelte erg volledig is. Buiten de regelingen voor hoofdtelefoon, monitors (voor twee luisterposten of voor surround) is ook het onderdeel “feedback musicians” goed voorzien, zelfs van een sectie “talkback” waarmee je kan communiceren met de muzikanten, zonder de klassieke volumeknop op een studioconsole te vergeten (voor wanneer de telefoon gaat). Alles is aanwezig en goed uitgekiend. Het is een hele reeks details die van deze GS-R24 een professionele console maakt.

De achterzijde bevat een veelvoud aan aansluitingen. De mono-ingangen tellen elk een XLR, een TRS, een lijningang en een directe uitgang. De voeding komt van een aparte bakje dat luistert naar de naam RPS15, er zeer stevig uitziet en met zijn 12 kg best zwaar is. Deze module heeft de afmeting van twee hoge rackunits. Maar wat ons eigenlijk interesseert zijn de kaarten die je in de console kan schuiven.

De eerste is een analoge kaart die een midi-in en -uitgang heeft plus twee 37- puntsaansluitingen die je in staat stellen om de console aan te sluiten op een analoge recorder of aan externe omvormers. Eén aansluiting voor de ingangen, één voor de uitgangen. Zo kan je plaats winnen en een connectie maken met de buitenwereld zonder zorgen. De tweede kaart is digitaal van het type “FireWire/ADAT”. Afgezien van de midi-ingangen biedt deze kaart vier ADAT-in en -uitgangen (ofwel 32 kanalen) en twee FireWirepoorten. Een “word clock”- in en -uitgang en BNC zijn eveneens aanwezig. Het is deze kaart die ik heb ontvangen en de installatie gaat makkelijk: je pakt de schijf uit en laat ze rustig met liefde in de machine glijden. Ziezo, de verkenningsronde zit erop. Nu rest ons alleen nog de software te downloaden van de Allen&Heath website en de console is klaar om te communiceren met de computer.

 

GEBRUIK

Een eerste venster nodigt je uit om de interface te configureren. Hier stel je de frequenties (max 96 Khz in FW en 44/48 kHz in ADAT) in, alsook de omvang van de buffer, enzovoort. Je moet je software zo instellen dat hij kan worden aangestuurd in MMC. Voor de FW moet de het programma zo zijn geconfigureerd dat het de taal begrijpt die je er naartoe stuurt. Er zijn tal van mogelijkheden en standaard staat het protocol HUI ingesteld, dat de bekende controller van Mackie aanstuurt. Maar er bestaan zeven mogelijkheden. De US2400 bijvoorbeeld (als je in Logic werkt), de Reaper modus, enzovoort. De keuze wordt gemaakt wanneer jet de console aanzet, je moet de tafel configureren zodat ze weet met welk protocol je aan de slag gaat. Het is ook nodig dat je programma over de functie “learn” beschikt om te leren waarvoor de verschillende commando’s dienen, onder andere die twaalf draaischijven. Dat kan enige tijd vragen, veel tijd zelfs... Maar eens alles is geconfigureerd draait de tafel zonder problemen. De knoppen A, B, C en D ,waarover we het eerder al hadden, staan ten dienste van het opnemen en het mixen. In de opnamefase kan je er mee kiezen of je het signaal gebruikt voor of na de equalizer of de input. Wanneer je gaat mixen kies je of de equalizer actief is of niet. Quasi alles is mogelijk. Zelfs als je bij de mixing graag een spoor of een subgroep in het lampenkanaal ontvangt. De automatisering verloopt zeer vlot, het is uiteindelijk enkel aangestuurd door Midi. Je kiest lees- of schrijfmodus. Hetzelfde geldt voor de sporen die je wil automatiseren en we zijn vertrokken! De faders zijn van goede mechanische kwaliteit en gaan zonder schokken naar boven en beneden. Opnieuw bewijst het merk zijn kwaliteit. De meters zijn nauwkeurig en zien er erg leuk uit. Je ziet meteen wanneer het signaal te hoog of te laag is. Het is een plezier om met dit toestel te werken.

 

GELUIDSKWALITEIT 

Als je externe converters gebruikt hangt de geluidskwaliteit enkel en alleen daar van af. Ik heb besloten om gebruik te maken van de FireWire kaart en de kwaliteit van de omzetting is zeer bevredigend. Ik weet ook wel dat cijfers niet alles zeggen, maar de dynamiek in A/N is 114 dBA en in N/A bereiken we 118 dBA. Behoorlijk indrukwekkend! Natuurlijk werken we in 24 bit en ik heb het eerder ook al laten vallen: het is ook mogelijk om te werken tot 96 kHz in FW. Ik heb enkele sporen beluisterd die ik heb opgenomen in neutrale modus om zoveel mogelijk de klank van de converters te kunnen horen. Eerste vaststelling: de klank ademt, dat is een feit. De equalizer respecteert het signaal: we krijgen geen distortion. De klank blijft schoon en wordt helemaal niet zwaar gekleurd. Omdat ik altijd gewend ben om met een digitale console te werken heeft dit me verbaasd. Want hoewel je met beide manieren tot een goed resultaat kan komen is de manier van werken toch niet helemaal dezelfde. De “één knop, één functie” is hier gewoon de realiteit. Ik geef toe, het is veel leuker werken, veel organischer. En dit omdat de console gewoon een verlengstuk is van jezelf, een gevoel dat ik bij een digitale mixtafel nog nooit heb gehad. En dan die twee analoge Vu-meters op de master... Een andere troef van deze console is dat wanneer de ontwerpers in de nabije of verre toekomst besluiten om een ander digitaal formaat te gebruiken dat dat vrij vlot kan gebeuren en dat er dan enkel een andere interfacekaart moet worden gemaakt. Of als je een analoge kaart gebruikt en je verandert van converter, blijft de tafel volledig compatibel. Het is dus echt een feit dat analoog minder snel verouderd dan digitaal.

 

BUDGET

OK, voor dit onderdeel ga je best even zitten. Ik heb in het begin van dit artikel al aangehaald dat deze GS-R24M niet meteen een instapmodel is. Het is een professioneel toestel of voor de “die hard amateur”. En met dat in het achterhoofd is de prijs van €7175 volledig gerechtvaardigd. Als je niet meteen zit te wachten op geautomatiseerde faders kan je de prijs al drukken tot €6469. Bovenop deze prijzen moet je wel die van een analoge kaart (€205) of een digitale kaart (€589) optellen. Zo zie je maar, kwaliteit heeft zijn prijs. Maar je kan er wel zeker zijn dat je lang plezier zal hebben van je investering en dat je ze lang kan afschrijven.

 

BESLUIT

Aan originaliteit ontbreekt het in de geluidswereld absoluut niet maar met deze tafel is Allen&Heath er echt in geslaagd om digitaal en analoog met elkaar te verzoenen door het beste uit beide werelden samen te brengen. De GSR-24M zal je elk uur dat je achter de tafel zit groot plezier verschaffen. Als je op zoek bent naar een professioneel toestel voor je werk of je hobby dan is deze console absoluut de moeite waard om uit te testen. De kans is groot dat je, net als ik, verkocht bent! www.allen-heath.com