aanmelden
Casio Privia PX-560M
Digital Piano
Keyboard Instruments 01-08-2016
Digitale piano? Ik vind dat Casio een beetje te bescheiden is. ‘Digitale piano én workstation’ beschrijft het instrument dat ik vandaag mag testen veel beter. Het is inderdaad hetzelfde klavier als bij de Privia-piano’s. Maar de PX-560M is niet zo heel ver verwijderd van de synth/workstation PX-5S. Dat zal je meteen merken. De tijd dat Casio bekend stond voor zijn rekenmachines en spotgoedkope kleine keyboards ligt ver achter ons. Met het instrument dat ze nu voorstellen spelen ze mee met de groten.
door: Luc Henrion

Constructie

Hij is blauw! Daar stappen ze al meteen af van wat iedereen vindt wat een piano moet zijn: zwart of wit. Het is een mooi donker en diep blauw dat een zeer geslaagde look oplevert. Helemaal in het midden, en dus helemaal niet “pianistisch” discreet, zit een groot 5.3 inch aanraak-kleurenscherm. Je begint wellicht te begrijpen waarom ik de naam “digitale piano” een beetje raar vind. Zij die een beetje vertrouwd zijn met de modellen van de vorige generatie van Casio zullen blij zijn om te horen dat het 88-toetsenklavier van de PX-350 behouden is. Het gaat dus om een klavier dat bekleed is met imitatie-ivoor en ebbenhout, net zoals de echte piano’s van weleer. De imitatie is zeer geslaagd: de gelijkenis met mijn goeie ouwe baby grand uit 1949 is treffend. Ander positieve punten over dit klavier: het gaat om een tri-sensor klavier wat snelle herhalingen en trillers makkelijker maakt. Tot slot is er een MIDI HD, niet met 128 velocity-waarden, maar16.256. Sorry voor het kleine aantal. Maar, ik loop op de zaken vooruit. Laten we eerst de toer afmaken.

Dankzij het grote scherm dat centraal staat, is er geen overdaad aan knoppen. Het bovenpaneel blijft dus eerder sober. Aan de linkerkant zit een volumeknop, een on/off-switch, enkele knoppen voor de automatische begeleiding en knoppen voor opnemen en transponeren. Drie eindeloze draaiknoppen maken het mogelijk om zo ongeveer een eindeloos aantal parameters af te regelen. Aan de andere kant van het scherm zitten de knoppen voor tempo, de keuzemogelijkheden voor ritmes en geluiden en knoppen voor de verschillende parameters. Ondanks de vele functies en mogelijkheden loop je toch niet verloren. Het grote aanraakscherm laat je makkelijk bladeren doorheen een bos van knoppen. Om de rondleiding op het bovenpaneel af te sluiten, kunnen we nog melden dat er de mogelijkheid is om een pupiter te plaatsen, dat er een usb-aansluiting is aan de zijkant en dat er twee wieltjes aan de linkerkant zitten voor pitch en bend.

De achterzijde daarentegen is rijkelijk gevuld, en dat is meestal een goed teken. We beginnen met twee uitgangjacks, maar er zijn ook twee ingangjacks en een stereo-ingang in mini-jack met een eigen volumeregelaar. Twee andere jackaansluitingen dienen voor de pedalen, waarvan één toewijsbaar, zelfs als expressiepedaal. Dat is iets wat je bij piano’s toch niet zo vaak ziet. Iets verder zien we de aansluiting voor de voedingsadapter, een usb-aansluiting voor aansluiting op een computer en tot slot aansluitingen voor midi: “in” en “out/thru”. Ik heb inderdaad geen aansluiting voor hoofdtelefoon vermeld. Er zijn er twee en die zitten aan de voorkant onderaan, wat eigenlijk een logische plek is. Verder is er nog een aansluiting voor een triple pedaal (SP-33) die eigenlijk alleen maar gebruikt wordt in de opstelling met de meubelvoet (CS-67P). De PX-560M wordt geleverd met een pedaal, maar dat is helaas een nogal cheap aanvoelend sustainpedaal. Eerlijk gezegd vind ik het een schande dat Casio hier geen echt pianopedaal voorziet. Op dit vlak doen sommige concurrenten het duidelijk beter.

De geïntegreerde versterking (2 X 8 W) van de PX-560M is dezelfde als die bij de vorige modellen en toch is het verschil vrij groot. Waarschijnlijk komt dat door een andere plaatsing van de speakers. Het is bij dit instrument niet eenvoudig om de speakers te lokaliseren. De woofers zijn gericht naar de achterkant van het klavier, dus richting het publiek. Dit terwijl de mids langs een kleine gril boven het toetsenbord komen. De tweeters zijn naar boven gericht. Hoe dan ook, de kwaliteit is opmerkelijk. De PX-560M is perfect om in de woonkamer met een behoorlijk volume te spelen, zelfs op repetities blijft hij staande (als er geen drummer is natuurlijk). Je moet alleen opletten om het volume niet helemaal open te draaien wanneer je diepe bassen gebruikt. Sommige onderdelen beginnen dan te trillen. Dat is inderdaad jammer, maar dat hadden we eigenlijk wel kunnen verwachten. Een makkelijk transporteerbare piano is geen goede klankkast. De PX-560M is zeer licht: slechts 12 kg. Wat een luxe!

 

Mogelijkheden

Tromgeroffel! De PX-560M mag dan wel een piano zijn, tenminste dat wil Casio ons doen geloven, er zijn niet minder dan 650 standaardsounds aan boord. En het wordt nog beter, je hebt maar liefst 400 geheugenbanken ter beschikking. De polyfonie is 256-stemmig. Geef toe, dit beest heeft potentieel.

Het is misschien interessant om de PX-560M even te situeren in het Privia-gamma. Er is het instapmodel, de PX-160, die indertijd als een piano werd voorgesteld. Hij had hetzelfde klavier en dezelfde versterking, maar had slechts 20 geluiden en geen scherm. De PX-360 lijkt al zeer sterk op de PX-560, maar heeft een honderd geluiden minder en een 128-stemmige polyfonie en twee essentiële zaken die ontbreken: de “Hex layers” en het editen van geluiden.

OK, je hoort niet te weten wat een Hex layer is, tenzij je een Casio PX-5S-synth hebt of enige kennis hebt van de Griekse taal. “Hex” geeft inderdaad de mogelijkheid om een zestal lagen van geluid op elkaar te leggen om zo een rijke en behoorlijk spectaculaire sound te produceren. De modificatiemogelijkheden van geluiden zijn helemaal vergelijkbaar met die van gelijk welke synth: voledige modificatie van de envelopes (een twaalftal parameters per envelope), de filters, LFO, en een selectie van golfvormen (ongeveer 700. Niets ontbreekt. We mogen natuurlijk de effecten niet vergeten te vermelden: 17 reverbs, 16 chorussen, 6 delays, DSP en een vierbands-eq.

Verder zijn er ook nog honderden automatische begeleidingen en een dubbel opnamesysteem: 17 midi-sporen (16 + een master), of stereo audio. Midi-opnames gebeuren op het interne geheugen (tot 100 opnames van 50.000 noten). Voor audio-stereo-opnames (op cd-kwaliteit) heb je een usb-stick nodig. Niet slecht voor een piano, toch? Het enige wat ontbreekt in vergelijking met een high end workstation is een samplingsectie. Voor sampling is namelijk niets voorzien, niet lezen, niet opnemen. Dit is echt het enige argument om de PX-560M geen workstation te noemen.

De enige zaken waarin de PX-560M verschilt van de PX-5S is de interne versterking (de PX-5S heeft er geen) en de grote hoeveelheid knoppen. Daar waar de PX-5S een heleboel sliders heeft, biedt de PX-560M slechts drie doorlopende draaiknoppen. Deze kunnen vrij worden toegewezen aan verschillende parameters zoals bijvoorbeeld eq of reverb. Een kleine opmerking hierover: de knoppen zijn niet traploos. Dat is wat mij betreft een twijfelachtige keuze. Dat biedt inderdaad een grotere nauwkeurigheid wanneer er zeer fijn moet worden afgesteld. Het kan daardoor wel wat lastig zijn voor de cutoff frequency. Niets onoverkomelijks, maar ik vond het gewoon een beetje een rare keuze. Anderen denken hier dan misschien weer helemaal anders over.

Wat de interface betreft, het is in het begin een beetje wennen aan het touchscreen. Maar, na een paar minuten vragen we ons al af hoe we het al die tijd zonder hebben gered. Dit is geen Android of iOS, maar een heel eigen systeem van Casio. En het is uiterst gebruiksvriendelijk! Er is geen aparte software om geluiden te bewerken op de computer, maar dat zou ook overbodige luxe zijn. Zelfs de envelopes hebben een grafische weergave. Hetzelfde geldt voor de mixage. Hier valt niets op aan te merken. Dit is puur comfort! Helemaal geen opmerkingen? OK, je kent me. Ik blijft zoeken tot ik iets vind. Ik ben een muggenzifter. Welaan dan: stel dat je in het midden van een song van de ene pianoklank naar een andere wil gaan, dan kies je normaal een klank in de categorie “piano”, dan ga je verder in “elektrische piano’s” en je kan meteen van de ene naar de andere gaan. Hier ligt dat een beetje anders: op het aanraakscherm kies je de sectie piano’s om dan verder te gaan naar de elektrische piano’s. Maar dan krijg je meteen de klank te zien van de geactiveerde piano. Je moet daar dus eerst uit gaan om een andere piano te selecteren. Twee acties in plaats van één dus… Als je snel moet zijn, kan dat soms vervelend zijn. Geen paniek er is een shortcut. Je hebt voor de geheugenbanken vier knoppen om direct een sound te selecteren. En je hebt ook een knop die standaard voor een grand piano is.

Kortom een digitale piano die, afgezien van het feit dat er geen samplingmogelijkheden zijn, niet moet onderdoen voor gelijk welke synth.

 

Respons en sound

Casio zet graag zijn AIR-technologie in de kijker. Dat staat voor “Acoustic & Intelligent Resonator”. Meer weet ik er ook niet van. Het minste wat je kan zeggen is dat Casio nogal vaag blijft over de technologie die het gebruikt om het zogenaamde “mulitidimensionele” geluid te produceren, met een lossless compressie van de stereosamples. Maar goed, wat we horen klinkt heel overtuigend. En dat is tenslotte wat telt. Deze technologie is met name zeer interessant voor de piano’s en de elektrische piano’s. Deze hebben dan ook een voorkeursbehandeling gekregen en er zijn diverse parameters in te stellen, zoals bijvoorbeeld een simulatie van een open of een gesloten deksel en het meetrillen van snaren.

Ook de andere geluiden, er zijn er véél, zijn doorgaans zeer geslaagd. Als is dat natuurlijk altijd een kwestie van smaak. Maar doordat het er zoveel zijn, zal iedereen wel iets naar zijn smaak vinden. Waar deze piano echt schittert zijn de toetsinstrumenten, met een uitgesproken voorliefde voor de Hammond (25 verschillende sounds). Dat kan jammer genoeg niet gezegd worden van het kerkorgel en de klavecimbel. Dat zijn er respectievelijk vier en drie. Ze zijn wel van behoorlijke kwaliteit. En dat terwijl er wel 40 gitaarsounds zijn. Maar goed, dat is kwestie van smaak. Je kan ook andere sounds toevoegen via midi. De PX-560M is 16-stemmig multitimbraal en hij kan ook direct sequenties lezen in midi-formaat.

En dan zijn er uiteraard de talloze mogelijkheden van split, transponeren, begeleiding tot zelfs zelfharmonisatie. Het is te veel om op te noemen. Wat ik wel nog even wil belichten zijn de fameuze “Hex Layers”. Deze zes lagen stellen je in staat om de meest waanzinnige sounds te creëren. Een nogal amusant voorbeeld daarvan is te horen in de preset “Privia HX”. Die bootst zeer geloofwaardig de beroemde THX-jingle uit de bioscoop na. Op het vlak van klankrijkheid klopt de PX-560M zelfs heel wat synths. En dan te bedenken dat dit eigenlijk een “piano” is…

 

Prijs

De Casio PX-560M is te koop voor 1.199 euro. Dat ligt natuurlijk boven de psychologische drempel van 1.000 euro, maar nu ook weer niet zo heel veel. Als je geen “Hex Layers” wil gebruiken en de sounds niet zo grondig wil kunnen bewerken, is kleiner broertje PX-360 een uitstekende keuze. En dan betaal je iets minder dan 1.000 euro.

 

Besluiten

Ik ga niet nog eens stil staan bij die naam “piano”. Hij wordt vaak gebruikt, maar in dit geval getuigt het van te veel bescheidenheid. De PX-560M is zeker een piano. Een goede zelfs! Maar hij veel meer! Laten we dus besluiten met te zeggen dat de Casio PX-560M een oerdegelijk instrument is voor een zeer lage prijs.

 

Pro

Uitstekende piano

Uitstekende synth

Luxueus touchscreen

 

Contra

Bijgeleverd sustainpedaal is nogal cheap